Translation done by Roel van Klink
Als identificator op iNaturalist kunt u waarnemingen identificeren die overal ter wereld zijn gedaan, en u kunt uw inspanningen prioriteren voor maximale kennisvermeerdering. Bijvoorbeeld, correcte identificaties van slecht bestudeerde ongewervelden uit de tropen zijn aantoonbaar waardevoller dan identificaties van algemene vogels in de Europa. Foute identificaties kunnen op iNaturalist op transparante wijze worden verbeterd, en de persoon die de waarneming deed, en eventuele toekomstige identificeerders, kunnen leren over de identificatie van dat organisme. Zelfs als een waarneming niet tot op soortniveau identificeerbaar is, is een deskundige identificatie tot op familie- of genusniveau, in combinatie met het duidelijk maken waar de waarnemer de volgende keer op moet letten, vaak nuttig om de gegevenskwaliteit in de toekomst te verbeteren.
Naast het gebruik van waarnemingen om de biodiversiteit te bestuderen, worden foto’s van iNaturalist ook gebruikt op andere, creatieve manieren. Zo zijn waarnemingen al gebruikt om de timing van de rui bij berggeiten te bestuderen [4]. De bruikbaarheid van een foto voor zulke doeleinden is het grootst wanneer de waarneming met de hoogst mogelijke taxonomische resolutie is geïdentificeerd. Identificeerders kunnen ook extra waarde toevoegen aan waarnemingen met behulp van annotaties (bijv. Plantenfenologie), andere waarnemingsvelden (bijv. gastheer (host)), en het toevoegen van waarnemingen aan projecten (bijv. bijen die zich voeden met nectar; [5]).
Gebruikers van iNaturalist hebben al vele belangrijke waarnemingen gedocumenteerd, waaronder de herontdekking van soorten waarvan gedacht werd dat ze globaal of plaatselijk uitgestorven waren (bijv. [6]), uitbreidingen van het verspreidingsgebied, eerste waarnemingen voor een land of regio (bijv. [7]), en voorheen ongedocumenteerd gedrag of gastheerassociaties (bijv. [8]). Waarnemingen geüpload naar het project ‘Australasian Fishes’ hebben meer dan 600 nieuwe waarnemingen opgeleverd van onbeschreven soorten, uitbreidingen van het verspreidingsgebied en nog niet gedocumenteerd gedrag en interacties tussen soorten (b.v. [9]), en het project First Known Photographs of Living Specimens bevat meer dan 3600 waarnemingen met de eerste, en vaak enige, foto’s van deze soorten [10]. Nieuwe waarnemingen die onmiddellijk worden geüpload, kunnen bijzonder belangrijk zijn voor de fytosanitaire veiligheid. Burgerwetenschap kan een vroege detectie van invasieve soorten mogelijk maken [11], en dit gebeurt inderdaad regelmatig via iNaturalist. Op 31 juli 2020 werd een foto van vraatschade op een iepenblad (Ulmus sp.) geüpload naar iNaturalist (zie hier) door gebruiker Alain Hogue (@alainhogue). Binnen acht uur suggereerde Charley Eiseman (@ceiseman), een Noord-Amerikaanse expert in bladmijnen en andere sporen van herbivore insecten, dat de waarneming wel eens het eerste Noord-Amerikaanse waarneming zou kunnen zijn van de iepenzigzagwesp (Aproceros leucopoda), een invasieve soort uit Oost-Azië. De waarneming leidde tot bezoeken ter plaatse door de Canadian Food Inspection Agency en de Canadian Forest Services, waar individuen werden verzameld, en aanvullende zoekacties naar observaties van iepen uit Canada en de VS brachten meer waarnemingen aan het licht [12].
Een rode draad door veel van deze ‘bijzondere’ waarnemingen is dat ze, totdat ze door een expert werden gezien en geïdentificeerd, niet meer dan één van de miljoenen records zijn die dagelijks naar het platform zijn geüpload. Er zijn dus waarschijnlijk duizenden interessante waarnemingen van verschuivingen of uitbreidingen van het verspreidingsgebied, nieuwe nationale records, herontdekkingen of nieuw geïntroduceerde soorten al naar iNaturalist geüpload, die nog onopgemerkt zijn gebleven door een gebrek aan, of zelfs afwezigheid van identificatiemogelijkheden voor bepaalde taxa of regio’s.
Conclusies
iNaturalist veroorzaakt een revolutie in onze kennis van biodiversiteit. Hoewel we ons in dit stuk hebben gericht op mensen die hun privétijd besteden aan het identificeren van waarnemingen, zou institutionele ondersteuning voor experts voor het identificeren van waarnemingen een extra mogelijkheid bieden om de kennis te vergroten. Er bestaan ook barrières voor het gebruik van iNaturalist in andere delen van de wereld (bijvoorbeeld door gebrek aan toegang tot internet of smartphones) die overwonnen moeten worden om de waarde voor biodiversiteitsonderzoek in de toekomst te maximaliseren. Niettemin hopen we dat u zult overwegen uw expertise in te zetten op iNaturalist. Een tijdsinvestering van 30 minuten per dag, week of maand kan een aanzienlijke bijdrage leveren aan de collectieve verbetering van onze kennis van biodiversiteit. Wij nodigen alle potentiële identificeerders uit om ons op iNaturalist te benaderen voor advies of begeleiding (zie Tabel S1).
References
[1] Stephenson PJ, Stengel C. An inventory of biodiversity data sources for conservation monitoring. PLoS One. 2020;10: e0242923.
[2] Heberling JM, Miller JT, Noesgaard D, Weingart SB, Schigel D. Data integration enables global biodiversity synthesis. Proc Natl Acad Sci U S A. 2021;118: e2018093118.
[3] Seltzer C, Making Biodiversity Data Social, Shareable, and Scalable: Reflections on iNaturalist & citizen science. Biodivers. Inf. Sci. Stand. 2019; e10197.
[4] Nowak K, Berger J, Panikowski A, Reid DG, Jacob AL, Newman G, et al. Using community photography to investigate phenology: A case study of coat molt in the mountain goat (Oreamnos americanus) with missing data. Ecol Evol. 2020;10: 13488-13499.
[5] Portman ZM, Ascher JS, Cariveau DP. Nectar concentrating behavior by bees (Hymenoptera: Anthophila). Apidologie. 2021;52: 1-26.
[6] Jones CD, Glon MG, Cedar K, Paiero SM, Pratt PD, Preney TJ. First record of Paintedhand Mudbug (Lacunicambarus polychromatus) in Ontario and Canada and the significance of iNaturalist in making new discoveries. Can Field-Nat. 2019;133: 160-166.
[7] De Roux JM, Noguera-Urbano EA, Ramírez-Chaves HE. The vulnerable Colombian weasel Mustela felipei (Carnivora): new record from Colombia and a review of its distribution in protected areas. Therya. 2019;10: 207-210.
[8] Putman BJ, Williams R, Li E, Pauly GB. The power of community science to quantify ecological interactions in cities. Sci Rep. 2021;11: 1-8.
[9] Booth DJ, Sear J. Coral expansion in Sydney and associated coral-reef fishes. Coral Reefs. 2018;37: 995.
[10] Mesaglio T, Soh A, Kurniawidjaja S, Sexton C. ‘First Known Photographs of Living Specimens’: the power of iNaturalist for recording rare tropical butterflies. J Insect Conserv. 2021;25: 905-911.
[11] Larson ER, Graham BM, Achury R, Coon JJ, Daniels MK, Gambrell DK, et al. From eDNA to citizen science: emerging tools for the early detection of invasive species. Front Ecol Environ. 2020;18: 194-202.
[12] Martel V, Morin O, Monckton SK, Eiseman CS, Béliveau C, Cusson M, et al. Elm zigzag sawfly, Aproceros leucopoda (Hymenoptera: Argidae), recorded for the first time in North America through community science. Can Entomol. 2021;154: 1-18.
https://diopsis.eu/en/webinar-alle-insecten-tellen-mee-1-februari-2022-19-00u/
Betere methoden om insecten te tellen zijn hard nodig gezien de recente constateringen dat de insectenstand enorm is afgenomen de afgelopen decennia, met alle gevolgen van dien in ecosystemen. Automatische insectencamera’s bieden een nieuwe methode voor insectenonderzoek. Tijdens deze avond vertelden de ontwikkelaars, onderzoekers en deelnemers over deze methode.
https://diopsis.eu/en/gesnapt-intelligente-cameras-leren-welke-dieren-voorbijlopen/
https://diopsis.eu/en/de-hoge-veluwe-nieuws-van-boswachter-henk-ruseler-oktober/
29-SEP-2021 - In 2020, research was started at De Hoge Veluwe National Park to permanently monitor the insect fauna using innovative monitoring. The DIOPSIS camera set-up is used to photograph, recognise and monitor insects fully automatically. This allows changes to be detected more quickly and actions to restore biodiversity to be started earlier. Forest ranger Henk Ruseler talks about the new generation of DIOPSIS cameras and the sunny September afternoon on which he accompanied Theo Zeegers, project leader at EIS Knowledge Centre for Insects, when he collected the two DIOPSIS cameras from the Otterlose Zand. See the entire article on Het Nationale Park De Hoge Veluwe.
https://www.hogeveluwe.nl/nl/nieuws/2021-09-29-nieuws-van-boswachter-henk-ruseler-oktober
Ieder voorjaar trekken vele miljoenen trekvogels vanuit Afrika naar Europa om te profiteren van de uitbundige rijkdom aan insecten die het voorjaar biedt. Hun leefwijze wordt gekarakteriseerd door op het juiste moment, op de juiste plek te zijn. Hun jaarcyclus is zo geëvolueerd dat ze in Europa maximaal profiteren van de korte insectenpiek. Voorjaren beginnen echter steeds eerder, terwijl trekvogels daar op hun overwinteringsgebied geen weet van hebben. Ons onderzoek aan bonte vliegenvangers laat zien dat vanaf 1980 vliegenvangers moeite hebben zich aan te passen aan het steeds vroegere voorjaar. Vliegenvangers die relatief laat aankomen hebben vooral te lijden, terwijl vroege vliegenvangers juist meer jongen grootbrengen. In eerste instantie zien we ook dat vliegenvangeraantallen sterk afnemen. De afgelopen 20 jaar hebben vliegenvangers zich echter weer zo weten aan te passen dat ze tegenwoordig weer goed gesynchroniseerd met het voorjaar zijn. We kunnen aannemelijk maken dat dit komt door een evolutionaire verandering. Hoe deze evolutie in zijn werk gaat, en hoe de jaarcyclus van vliegenvangers is veranderd als reactie op klimaatverandering zal ik in dit verhaal laten zien.
Comentarios
Agregar un comentario